Peuk
De stub, zoals de proxy, bestaat uit een of meer interfaceonderdelen en een manager. Elke interface-stub biedt code voor het loslaten van de parameters en code die een van de ondersteunde interfaces van het object aanroept. Elke stub biedt ook een interface voor interne communicatie. De stub-manager houdt de beschikbare interface-stubs bij.
Er zijn echter de volgende verschillen tussen de stub en de proxy:
- Het belangrijkste verschil is dat de stub de client vertegenwoordigt in de adresruimte van het object.
- De stub wordt niet geïmplementeerd als een aggregaatobject omdat er geen vereiste is dat de client als één eenheid wordt weergegeven; elk stuk in de stub is een afzonderlijk onderdeel.
- De interface-stubs zijn privé in plaats van openbaar.
- De interface-stubs implementeren IRpcStubBuffer, niet IRpcProxyBuffer.
- In plaats van verpakkingsparameters te marshaled, pakt de stub ze uit nadat ze zijn marshaled en verpakt het antwoord.
Structuur van de Stub
In het volgende diagram ziet u de structuur van de stub. Elke interface-stub is verbonden met een interface op het object. Het kanaal verzendt binnenkomende berichten naar de juiste interface-stub. Alle onderdelen communiceren met het kanaal via IRpcChannelBuffer, de interface die toegang biedt tot de RPC-runtimebibliotheek.
Verwante onderwerpen