Delen via


Microsoft RPC

Microsoft RPC is een model voor programmeren in een gedistribueerde computeromgeving. Het doel van RPC is transparante communicatie te bieden, zodat de client rechtstreeks met de server communiceert. De implementatie van RPC van Microsoft is compatibel met de RPC (Open Software Foundation) Distributed Computing Environment (DCE).

U kunt RPC configureren voor het gebruik van een of meer transporten, een of meer naamservices en een of meer beveiligingsservers. De interfaces voor deze providers worden verwerkt door RPC. Omdat Microsoft RPC is ontworpen voor gebruik met meerdere providers, kunt u de providers kiezen die het beste voor uw netwerk werken. Het transport is verantwoordelijk voor het verzenden van de gegevens via het netwerk. De naamservice gebruikt een objectnaam, zoals een moniker, en zoekt de locatie op het netwerk. De beveiligingsserver biedt toepassingen de mogelijkheid om toegang tot specifieke gebruikers en/of groepen te weigeren. Zie Interface Design Rules voor meer gedetailleerde informatie over de beveiliging van toepassingen.

Naast de RPC-runtimebibliotheken bevat Microsoft RPC de Interface Definition Language (IDL) en de bijbehorende compiler. Hoewel het IDL-bestand een standaardonderdeel van RPC is, heeft Microsoft het uitgebreid om de functionaliteit ervan uit te breiden ter ondersteuning van aangepaste COM-interfaces. De MIDL-compiler (Microsoft Interface Definition Language) maakt gebruik van het IDL-bestand dat uw aangepaste interface beschrijft voor het genereren van verschillende bestanden die worden besproken in Het bouwen en registreren van een proxy-DLL-.

-kanaal

Inter-Object Communicatie

Marshaling Details

proxy-

Stub-