Objectbeheer
Een object bestaat uit een standaardheader en objectspecifieke kenmerken. Omdat alle objecten dezelfde structuur hebben, is er één objectbeheer in Windows die alle objecten onderhoudt.
De objectkoptekst bevat items zoals de objectnaam, zodat andere processen naar het object kunnen verwijzen op naam en een beveiligingsdescriptor, zodat de objectbeheerder kan bepalen welke processen toegang hebben tot de systeemresource.
De taken die door de objectbeheerder worden uitgevoerd, zijn onder andere:
- Objecten maken
- Controleren of een proces het recht heeft om het object te gebruiken
- Objectgrepen maken en terugsturen naar de aanroeper
- Resourcequota onderhouden
- Dubbele ingangen maken
- Grepen sluiten voor objecten