Delen via

Autorisatie-interfaces

  • Artikel

De volgende interfaces worden gebruikt met autorisatietoepassingen.

In deze sectie

Onderwerp Beschrijving
IAzApplication-
 Hiermee definieert u een geïnstalleerd exemplaar van een toepassing. Er wordt een IAzApplication--object gemaakt wanneer een toepassing wordt geïnstalleerd.
IAzApplication2-
 Neemt over van de IAzApplication--interface en implementeert aanvullende methoden om IAzClientContext2-objecten te initialiseren.
IAzApplication3-
 Biedt methoden voor het beheren van IAzRoleAssignment-, IAzRoleDefinition-en IAzScope2-objecten.
IAzApplications
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzApplication--objecten.
IAzApplicationGroup
 Hiermee definieert u een verzameling principals.
IAzApplicationGroup2-
 Breidt de IAzApplicationGroup interface uit door ondersteuning toe te voegen voor het bizRule groepstype.
IAzApplicationGroups
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzApplicationGroup-objecten.
IAzAuthorizationStore
 Definieert de container die de hoofdmap is van het autorisatiebeleidsarchief.
IAzAuthorizationStore2
 Neemt over van het AzAuthorizationStore-object en implementeert methoden voor het maken en openen van IAzApplication2-objecten.
IAzAuthorizationStore3
 Breidt de IAzAuthorizationStore2 interface uit met methoden voor het beheren van ondersteuning en caching van bedrijfsregels (BizRule).
IAzBizRuleContext
 Bevat informatie over een bedrijfsregelbewerking (BizRule).
IAzBizRuleInterfaces
 Biedt methoden en eigenschappen die worden gebruikt voor het beheren van een lijst met IDispatch interfaces die kunnen worden aangeroepen door BizRule-scripts (Business Rule).
IAzBizRuleParameters
 Biedt methoden en eigenschappen die worden gebruikt voor het beheren van een lijst met parameters die kunnen worden doorgegeven aan bizRule-scripts (business rule).
IAzClientContext-
 Onderhoudt de status die een bepaalde client beschrijft.
IAzClientContext2-
 Neemt over van de IAzClientContext interface en implementeert nieuwe methoden waarmee de clientcontext wordt bewerkt.
IAzClientContext3-
 Breidt de IAzClientContext2 interface uit.
IAzNameResolver-
 Vertaalt beveiligings-id's (SID's) in principal-weergavenamen.
IAzObjectPicker-
 Hiermee wordt een dialoogvenster weergegeven waarmee gebruikers een of meer principals in een lijst kunnen selecteren.
IAzOperation-
 Definieert een bewerking op laag niveau die wordt ondersteund door een toepassing.
IAzOperation2-
 Breidt de IAzOperation- uit met een methode die de roltoewijzingen retourneert die aan de bewerking zijn gekoppeld.
IAzOperations-
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzOperation--objecten.
IAzPrincipalLocator-
 Zoekt en kiest ADAM-principals (Active Directory Application Mode) in Authorization Manager.
IAzRole-
 Definieert de set bewerkingen die kunnen worden uitgevoerd door een set gebruikers binnen een bereik.
IAzRoleAssignment
 Vertegenwoordigt een rol waaraan gebruikers en groepen kunnen worden toegewezen.
IAzRoleAssignments
 Vertegenwoordigt een verzameling van IAzRoleAssignment objecten.
IAzRoleDefinition-
 Vertegenwoordigt een of meer IAzRoleDefinition-, IAzTasken IAzOperation--objecten die een set bewerkingen opgeven.
IAzRoleDefinitions-
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzRoleDefinition objecten.
IAzRoles-
 Vertegenwoordigt een verzameling van IAzRole--objecten.
IAzScope-
 Hiermee definieert u een logische container met resources waarmee de toepassing de toegang beheert.
IAzScope2-
 Hiermee wordt de interface IAzScope uitgebreid om IAzRoleAssignment- en IAzRoleDefinition-objecten te beheren.
IAzScopes-
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzScope--objecten.
IAzTask-
 Beschrijft een set bewerkingen.
IAzTask2-
 Breidt de IAzTask interface uit met een methode die de roltoewijzingen retourneert die aan de taak zijn gekoppeld.
IAzTasks-
 Vertegenwoordigt een verzameling IAzTask--objecten.
IeAxiService
 Initialiseert een systeemserviceobject om een ActiveX-object te installeren wanneer de huidige gebruiker niet gemachtigd is om het object te installeren.
IeAxiServiceCallback-
 Aangeroepen door de IeAxiSystemInstaller interface om te controleren of een ActiveX-object kan worden geïnstalleerd.
IeAxiSystemInstaller-
 Hiermee wordt een ActiveX-object geïnstalleerd.
IEffectivePermission-
 Biedt een manier om effectieve machtigingen voor een beveiligingsprincipaal voor een object te bepalen.
IEffectivePermission2
 Biedt een manier om effectieve machtigingen voor een beveiligingsprincipaal voor een object te bepalen.
ISecurityInformation-
 Hiermee kan de editor voor toegangsbeheer communiceren met de aanroeper van de functies CreateSecurityPage en EditSecurity.
ISecurityInformation2-
 Hiermee kan de editor voor toegangsbeheer informatie verkrijgen van de client die niet wordt geleverd door de ISecurityInformation interface.
ISecurityInformation3-
 Biedt methoden die nodig zijn voor het weergeven van een editor voor verhoogde toegangsbeheer wanneer een gebruiker op de knop Bewerken klikt op een pagina van de toegangscontroleeditor waarop een afbeelding van een schild wordt weergegeven op die knop Bewerken.
ISecurityInformation4-
 Hiermee kan de ACCESS Control Editor (ACE) de beveiligingsdescriptor van de share verkrijgen om de sharepagina te initialiseren.
ISecurityObjectTypeInfo-
 Biedt een middel om de bron te bepalen van overgenomen toegangsbeheervermeldingen (ACL's) in discretionaire toegangsbeheerlijsten (DACL's) en systeemtoegangsbeheerlijsten (SACL's).

Autorisatie-interfaces worden als volgt gecategoriseerd op basis van gebruik:

Access Control Editor Interfaces

De volgende interfaces worden gebruikt met de editor voor toegangsbeheer.

ActiveX Installer Interfaces

ActiveX Installer biedt de volgende interfaces.

Autorisatiebeheerinterfaces

Autorisatiebeheer biedt de volgende interfaces.