Installatieonderdelen definiëren
Hieronder ziet u hoe u uw toepassing kunt ordenen in Windows Installer-onderdelen.
Een toepassing indelen in onderdelen
- Begin met het verkrijgen van een map- en bestandsstructuur voor alle bestanden en andere resources die in uw toepassing worden gebruikt.
- Identificeer bestanden, registersleutels, snelkoppelingen of andere resources die worden gedeeld tussen toepassingen en kunnen worden geleverd door bestaande onderdelen die beschikbaar zijn als samenvoegmodules. U mag geen van deze resources opnemen in de onderdelen die u maakt. Haal deze onderdelen in plaats daarvan op door de samenvoegmodules samen te voegen in uw installatiepakket. In de volgende stappen wordt beschreven hoe u de resterende resources van de toepassing in onderdelen ordent.
- Definieer een nieuw onderdeel voor elk .exe, .dllen .ocx-bestand. Wijs deze bestanden aan als de sleutelpadbestanden van hun onderdelen. Ken elke component een GUID voor componentcode toe.
- Definieer een nieuw onderdeel voor elk HELP-bestand .hlp of .chm. Wijs deze bestanden aan als de sleutelpadbestanden van hun onderdelen. Voeg de .cnt- of .chi-bestanden toe aan de onderdelen met de bijbehorende .hlp- en .chm-bestanden. Wijs elk onderdeel een componentcode-GUID toe.
- Definieer een nieuw onderdeel voor elk bestand dat als doel van een snelkoppeling fungeert. Wijs deze bestanden aan als de sleutelpadbestanden van hun onderdelen. Wijs elk onderdeel een GUID voor componentcode toe.
- Groepeer alle resterende middelen in mappen. Alle resources in elke map moeten samen worden verzonden. Als er een mogelijkheid is dat een paar resources in de toekomst afzonderlijk kan worden verzonden, plaatst u deze in afzonderlijke mappen. Definieer een nieuw onderdeel voor elke map. Probeer het totale aantal onderdelen laag te houden om de prestaties te verbeteren. Verdeel de toepassing in veel onderdelen wanneer het installatieprogramma de geldigheid van de installatie grondig moet laten controleren. Wijs een bestand in het onderdeel aan als het sleutelpadbestand. Wijs elk onderdeel een componentcode-GUID toe.
- Voeg registersleutels toe aan de onderdelen. Een registersleutel die naar een bestand verwijst, moet worden opgenomen in het onderdeel van dat bestand. Andere registersleutels moeten logisch worden gegroepeerd met de bestanden waarvoor ze zijn vereist.