Delen via


Over IP Helper

Internet Protocol Helper (IP Helper) helpt netwerkbeheer van de lokale computer door toepassingen in staat te stellen informatie op te halen over de netwerkconfiguratie van de lokale computer en om die configuratie te wijzigen. IP Helper biedt ook meldingsmechanismen om ervoor te zorgen dat een toepassing wordt gewaarschuwd wanneer bepaalde aspecten van de netwerkconfiguratie van de lokale computer veranderen.

Veel van de IP Helper-functies geven structuurparameters door die gegevenstypen vertegenwoordigen die zijn gekoppeld aan de Management Information Base technologie. De IP Helper-functies gebruiken deze structuren om verschillende netwerkinformatie weer te geven, zoals ARP-cachevermeldingen. Omdat deze structuren ook worden gebruikt door de MIB-API, worden ze beschreven in de Management Information Base Reference. Hoewel de IP Helper-API gebruikmaakt van deze structuren, verschilt IP Helper van de Management Information Base (MIB) en Simple Network Management Protocol (SNMP).

In de DOCUMENTATIE van IP Helper worden de termen 'adapter' en 'interface' uitgebreid gebruikt. Een 'adapter' is een verouderde term die een verkorte vorm van netwerkadapter is die oorspronkelijk naar een bepaalde vorm van netwerkhardware heeft verwezen. Een adapter is een abstractie op gegevenslinkniveau.

Een 'interface' is een nieuwere term die wordt gebruikt in de IETF RFC-documenten. De RFC's definiƫren een interface als een abstract concept dat de verbinding van een knooppunt met een netwerkvoorstelling vertegenwoordigt. Een interface is een abstractie op IP-niveau.

De adapter- en interfacetermen worden enigszins door elkaar gebruikt in de DOCUMENTATIE van IP Helper. In de documentatie van IP Helper kan een lijst met adapters een software WAN-interface en de loopback-interface bevatten (geen van deze verwijst naar een hardwareapparaat). In de IP Helper-API's is er een een-op-een-toewijzing van adapters aan interfaces.

IP Helper biedt mogelijkheden op de volgende gebieden: