Delen via


Functies voor foutafhandeling

De volgende functies worden gebruikt met foutafhandeling.

Functie Beschrijving
pieptoon Genereert eenvoudige tonen op de luidspreker.
CaptureStackbackTrace- Legt een stack back-trace vast door de stapel omhoog te lopen en de informatie voor elk frame op te nemen.
FatalAppExit- Geeft een berichtvak weer en beëindigt de toepassing wanneer het berichtvak is gesloten.
FlashWindow- Knippert het opgegeven venster één keer.
FlashWindowEx- Knippert het opgegeven venster.
FormatMessage- Hiermee wordt een berichttekenreeks opgemaakt.
GetErrorMode Hiermee wordt de foutmodus voor het huidige proces opgehaald.
GetLastError- Haalt de laatste foutcodewaarde van de aanroepende thread op.
GetThreadErrorMode Hiermee wordt de foutmodus voor de aanroepende thread opgehaald.
MessageBeep- Speelt een golfvormgeluid af.
RtlLookupFunctionEntry- Zoekt in de actieve functietabellen naar een vermelding die overeenkomt met de opgegeven pc-waarde.
RtlNtStatusToDosError- Haalt de systeemfoutcode op die overeenkomt met de opgegeven NT-foutcode.
RtlPcToFileHeader- Haalt het basisadres op van de installatiekopieën die de opgegeven pc-waarde bevatten.
RtlUnwind- Start een afwikkeling van procedureaanroepframes.
RtlUnwind2- Start een afwikkeling van procedureaanroepframes.
RtlUnwindEx- Start een afwikkeling van procedureaanroepframes.
RtlVirtualUnwind Haalt de aanroepcontext op van de functie die voorafgaat aan de opgegeven functiecontext.
SetErrorMode Hiermee bepaalt u of het systeem de opgegeven typen ernstige fouten afhandelt of of het proces deze afhandelt.
SetLastError- Hiermee stelt u de laatste foutcode voor de aanroepende thread in.
SetLastErrorEx- Hiermee stelt u de laatste foutcode voor de aanroepende thread in.
SetThreadErrorMode Hiermee bepaalt u of het systeem de opgegeven typen ernstige fouten afhandelt of of de aanroepende thread deze verwerkt.