Tien ontwerpprincipes voor Azure-toepassingen
Volg deze ontwerpprincipes om uw toepassing beter schaalbaar, tolerant en beheerbaar te maken.
Ontwerp voor zelfherstel. In een gedistribueerd systeem treden fouten op. Ontwerp uw toepassing met zelfherstelvermogen wanneer er fouten optreden.
Maak alle dingen overbodig. Bouw redundantie in uw applicatie om enkele storingspunten te voorkomen.
Minimaliseer coördinatie. Minimaliseer de coördinatie tussen toepassingsservices om schaalbaarheid te bereiken.
Ontwerpen omuit te schalen. Ontwerp uw toepassing zodat deze horizontaal kan worden geschaald, waarbij nieuwe exemplaren naar behoefte kunnen worden toegevoegd of verwijderd.
Partitie rond limieten. Gebruik partitionering om database-, netwerk- en rekenlimieten te omzeilen.
Ontwerp voor bewerkingen. Ontwerp uw toepassing zodat het operationele team beschikt over de hulpprogramma's die ze nodig hebben.
Gebruik beheerde services. Gebruik indien mogelijk PaaS (Platform as a Service) in plaats van IaaS (Infrastructure as a Service).
Een identiteitsservice gebruiken. Gebruik een IDaaS-platform (Identity as a Service) in plaats van uw eigen platform te bouwen of te gebruiken.
Ontwerp voor ontwikkeling. Alle succesvolle toepassingen veranderen in de loop van de tijd. Een evolutief ontwerp is essentieel voor continue innovatie.
Ontworpen voor de behoeften van bedrijven. Elk ontwerpbesluit moet worden gerechtvaardigd door een bedrijfsvereiste.